SAMENVATTING

De militaire dienst was gebaseerd op loting, een erfenis van de Franse en Nederlandse bezettingen bij de onafhankelijkheid in 1830. Elke provincie moest een bepaald aantal dienstplichtigen leveren, volgens een quotum dat jaarlijks door het parlement werd goedgekeurd. De loting vond elk jaar in februari plaats en iedereen die het verkeerde aantal had getrokken, kon tegen betaling worden vervangen door een andere jongeman, vaak via gespecialiseerde bedrijven. In 1909, toen de persoonlijke dienstplicht werd ingevoerd, kostte het 1.800 frank (vandaag ongeveer 3.000 euro) om vervangen te worden in het leger.

De dienstplicht werd in België ingevoerd door een wet die op 14 december 1909 werd ondertekend door Koning Leopold 11, drie dagen voor zijn dood. Deze wet verplichtte elk gezin om één zoon ter beschikking van de natie te stellen. In 1913 wijzigde Albert 1r, zijn opvolger, de wet door alle zonen van een gezin dienstplichtig te maken.

Miljoenen miliciens (dienstplichtigen) dienden onder deze verplichting tot ze in maart 1995 werd opgeschort toen de strijdkrachten werden geprofessionaliseerd. Dankzij deze wet kon het Belgische leger op 4 augustus 1914, het begin van de Eerste Wereldoorlog, 250.000 man tellen. Op dat moment varieerde de duur van de "persoonlijke" dienst tussen 15 maanden voor de infanterie en 24 maanden voor de cavalerie en de paardenartillerie.

In de daaropvolgende 86 jaar schommelde de diensttijd constant. Vaak gekoppeld aan de internationale situatie. In 1920, na de Eerste Wereldoorlog. De diensttijd werd snel teruggebracht tot tien of dertien maanden, afhankelijk van de dienst, voordat deze in 1928 voor bepaalde categorieën militieleden werd teruggebracht tot acht maanden. In 1936, toen de Tweede Wereldoorlog naderde, werd de periode onder de wapenen verlengd tot twaalf of zelfs achttien maanden voor bepaalde militieklassen en tot zeventien maanden voor reserveofficierskandidaten. Vanaf 1974 deden vrouwelijke vrijwilligers hun intrede in het leger.

Dit boek zal genealogen helpen om aanwijzingen te vinden over hun voorouders die onder de wapenen dienden tijdens de grote conflicten, zowel in België als op buitenlandse slagvelden.

AUTEURS

Yves Heraly. Hij werd in 1948 geboren in Léopoldville (nu Kinshasa) in de Democratische Republiek Congo. In 1990 begon hij onderzoek te doen naar de genealogie van de familie Heraly, die oorspronkelijk uit Waals-Brabant komt. Voormalig penningmeester van de Cercle d'histoire, d'archéologie et de généalogie de Wavre et du Brabant Wallon. In 1998 richtte hij de vereniging GéniWal (Généalogie Wallonie Informatique) op, waarvan hij voorzitter is.

- Robert Van Hecke. Hij werd in 1958 in Charleroi geboren en begon zijn genealogie in 1998. Hij is sinds het begin lid van GéniWal en geeft cursussen paleografie aan de afdelingen Namen en Brabant-Wallon. Hij heeft verschillende artikels geschreven in het tijdschrift van de Belgische Dynastieke Beweging, afdeling Brabant-Wallon, over de eerste Belgische penningen en de vrijwilligers van de Belgische revolutie van 1830.